
Wat wij van onze kinderen kunnen leren over persoonlijke groei
Elke dag leer ik opnieuw van mijn dochter. Vanochtend bracht ik haar naar de opvang. Ze zit in de fase waarin ze alles zelf wil doen. Soms lukt dat, soms niet. Dan zie ik de frustratie op haar gezicht of hoor ik het luid en duidelijk in haar stem. Maar wat ik bewonder, is haar lijfspreuk van de afgelopen tijd: “Mama, ik wil het zelf doen.”
Ook vanochtend wilde ze het hek naar de opvang openen. Voor een volwassene is dat soms al een uitdaging, laat staan voor een peuter. En toch probeert ze het keer op keer. Teleurstelling, frustratie, soms zelfs boosheid - ze stopt niet. Dat is een prachtig voorbeeld van doorzettingsvermogen en moed: vallen, opstaan en weer doorgaan. Het laat zien hoe belangrijk doorzettingsvermogen en veerkracht zijn, niet alleen voor kinderen, maar ook voor ons als volwassenen.
En dan denk ik: waarom zijn wij volwassenen soms zo snel klaar met proberen? Waarom geven we het zo vaak op als iets even niet lukt? Het kost moed en persoonlijke kracht om door te gaan, keer op keer. Net zoals het moed kost om tijd en ruimte voor jezelf op te eisen in een leven vol verplichtingen en verwachtingen. Dus wegblijven van de smoesjes die jij jezelf verteld, niet naar anderen kijken maar voelen wat jij nodig hebt.

Alles is energie - en dat is helemaal niet zweverig
Je kent het vast wel: je zit in een vergadering en komt er daarna compleet leeg vandaan. Je vraagt je af: wat is hier net gebeurd?
En het omgekeerde kan ook. Je stapt een vergadering uit, barstensvol energie omdat er geweldige ideeën gedeeld werden waar jij helemaal op “aan” ging. Het stroomt door je lichaam en het voelt alsof je de hele wereld aankunt.
We kennen dit allemaal. Maar hoe vaak sta je hier écht bewust bij stil?
Energie laten we vaak wegebben
Of die energie nu positief of negatief is: het ebt altijd weer langzaam weg. En het is jouw taak om jezelf steeds opnieuw te voeden met positieve energie.
En nee, dat lukt natuurlijk niet altijd. Ik merk dat zelf in mijn dagelijks leven, bijvoorbeeld met mijn dochter van bijna drie. Ze weet inmiddels heel goed wat ze wél en níet wil. En ik bewonder dat eigenlijk aan haar: ze staat er vol overtuiging voor. Soms roept ze luidkeels: “Nee-heeee mama, ik wil…” gevolgd door haar wensen.
Als ik daar niet in mee kan gaan, voel ik soms – letterlijk - de energie uit me wegstromen. Ik noem dat de emotional drain. En hoewel ik probeer rustig te blijven, uit te leggen en alternatieven te bieden, lukt dat niet altijd. Op lange dagen kan ik zelf geïrriteerd raken en harder praten dan ik wil. Je raadt het al: dan escaleert de situatie alleen maar verder…

Stop met overleven en start met léven!
Lieve Powervrouw met hoofdletter P, herken je dit?
Je rent van werk naar opvang en school, van meeting naar supermarkt, van bedtijd naar nog even snel je laptop aanslingeren. Ondertussen wil je een leuke partner, vriendin, collega én moeder zijn. Je lacht, je organiseert, je doet alles “goed”.
Voor de buitenwereld lijkt het alsof je alles onder controle hebt. Maar van binnen voel je het: vermoeidheid, overprikkeling, leegte. Je lacht het weg, want klagen doen we niet. Wij vrouwen zijn meesters in doen alsof.
Het Grote Geheim: We houden het zelf in stand!
We spiegelen elkaar succes, terwijl we in stilte dezelfde zwaarte dragen. We zeggen “druk, druk, druk” maar delen zelden hoe moe we écht zijn. Hoe vaak je op een breekpunt staat. Hoe vaak je denkt: ik kan dit niet nog tien jaar volhouden.
Zolang we dit normaliseren – altijd doorgaan, alles zelf willen doen, streven naar perfectie – raken we steeds verder verwijderd van onszelf.
Stress is geen fase, maar een signaal!
Chronische stress is niet “even doorbijten”. Het is een sluipmoordenaar. Het put je uit, sloopt je zenuwstelsel en rooft je vreugde. En nee, een dagje sauna of één yogales per week lost dat niet op.
Wat jij nodig hebt is geen quick fix, maar een ommezwaai. Terug naar jezelf. Weg van het constante moeten. Terug naar voelen, leven en ademruimte.
Welke reden gebruik jij om zelfzorg steeds uit te stellen?
Zorg jij nét zo goed voor jezelf als voor anderen?
Een buurvrouw zei laatst tegen me: “Jij bent zó sociaal, en je lijkt altijd zoveel energie te hebben.”
Ik glimlachte en zei dat ik ook mijn momenten heb dat ik naar binnen keer en mijn batterij oplaad. En toch bleven haar woorden hangen. Want eerlijk? Het is en blijft laveren, tussen zorgen voor andere mensen en mezelf ook prioriteit maken en goed voor mezelf te blijven zorgen!
Vroeger dacht ik dat ik een eindeloze bron van energie had. Altijd “aan”, altijd aan het zorgen - voor iedereen, behalve voor mezelf. Tot ik op een dag compleet leeg was. Ik was mezelf kwijtgeraakt.
In de jaren daarna ben ik gaan ontdekken wat het betekent om écht goed voor mezelf te zorgen. Wat ik toen als spontaniteit en behulpzaamheid zag, bleek vaak een overlevingsmechanisme: pleasen, aanpassen, geen grenzen kunnen stellen. Ik wist niet eens wat ik nodig had – laat staan hoe ik dat moest vragen of geven aan mezelf.
Nu weet ik beter. Ik heb geleerd om op de pauzeknop te drukken. Om stil te staan en te voelen: hoe gaat het eigenlijk écht met mij? Wat heb ík nodig om in balans te blijven? Zelfzorg is voor mij geen spa-dag of luxe extraatje. Het is weten wanneer ik moet bijtanken. Het is bewust kiezen waar ik mijn energie aan geef, zodat ik kan blijven genieten van die momenten die me gelukkig maken.
Zoals een weekend vol buurtkinderen, pannenkoeken bakken, fruit snijden of andere snacks verzorgen, lachen met een buurvrouw terwijl we onze kinderen in de gaten houden. Ik geniet ervan als mijn dochter speelt met andere kinderen en zij zich veilig en welkom voelen. Dát is voor mij rijkdom.
Maar dat kan ik alleen geven, omdat ik óók leer te ontvangen. Omdat ik voel wanneer ik even tijd voor mezelf nodig heb. Ik spreek veel vrouwen die niet weten wat ze zélf nodig hebben. Die zeggen: “Ik heb daar geen tijd voor.”
Maar de waarheid is: je hebt die tijd wel. Je moet ‘m alleen voor jezelf durven te claimen.

Zweven is leven!
Soms ligt er een les verscholen op de meest onverwachte plekken. Niet in een boek, niet tijdens een cursus, maar gewoon - op een zonnige zomerdag, in een ronddraaiend stoeltje hoog boven de grond.
Toen ik afgelopen donderdag met mijn dochter door de stad fietste, zag ik het ineens, daar in de verte, zag ik de vlaggetjes wapperen en hoorde ik vaag het gelach van kinderen en de klanken van muziek. De Parade was er nog! Voor de mensen die in de omgeving van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Utrecht wonen, is het rondreizend theaterfestival tijdens de zomermaanden: de Parade, een bekend fenomeen!
"Zweven is leven" is een levensmotto dat verbonden is aan de klassieke zweefmolen op het jaarlijkse theaterfestival de Parade.
Een paar jaar geleden stond ik er ook. Niet als moeder, maar als vriendin. Een vriendin die ik kende vanuit het noorden logeerde bij ons met haar vriend, en we gingen naar de Parade. En natuurlijk - als echte kermisliefhebber uit mijn jeugd - móest ik in de zweefmolen. Hoog, nostalgisch, en ergens altijd een tikkeltje magisch.
Verstoppertje spelen - over kinderlijke verwondering en leven in het nu
Als kind leer je soms onbewust de meest waardevolle levenslessen. Vaardigheden waarvan je later, als volwassene, pas echt de betekenis begrijpt. En toch zijn wij volwassenen vaak degenen die kinderen vertellen wat wel of niet mag. Wat hoort en wat niet hoort. Begrijp me niet verkeerd: ik betrap mezelf daar ook regelmatig op.
En juist daarom bewonder ik die oprechte verwondering van kinderen zo. Die pure manier van in het moment zijn. Ik moest daaraan denken toen ik laatst verstoppertje speelde met mijn dochter. Of eigenlijk: toen ik haar het spel uitlegde. Ik telde tot tien, zij mocht zich verstoppen.
"8, 9, 10 – wie niet weg is, is gezien. Ik kom!"
Natuurlijk vond ik haar snel. Het concept was nog nieuw voor haar. Maar wat me raakte, was de emotie op haar gezicht: een mix van blijdschap, spanning, en misschien een vleugje angst. Die herkenbare kriebel van adrenaline – die je eraan herinnert dat je leeft.
De kracht van verbonden ademhaling
Verbonden ademhaling is voor mij een diep transformerende reis geweest – een pad van heling op mentaal, emotioneel, fysiek en spiritueel niveau. In deze reis heb ik lagen afgepeld, maskers afgezet en ben ik steeds dichter bij mijn ware essentie gekomen. In dit proces wil ik je meenemen aan de hand van mijn eigen verhaal.
Iedereen draagt overtuigingen en ervaringen met zich mee die ons vormen. Ook ik. Vanaf jonge leeftijd hadden zich bij mij diepgewortelde kernovertuigingen genesteld: dat ik niet goed genoeg was. Een angst om afgewezen te worden. Geen vreemde angst, als je als baby wordt weggegeven en geadopteerd naar de andere kant van de wereld.
We leven voortdurend in een wisselwerking tussen wat we denken, voelen en doen. En dus leerde ik mezelf aan, om me aan te passen, anderen te pleasen, erbij te willen horen. Want als ik erbij hoorde, dan voelde ik me niet afgewezen. Niet alleen. Maar wat ik daarmee verloor, was de verbinding met mezelf.
Ik kwam erachter dat hoofd en lichaam niet los van elkaar kunnen worden gezien. Gesprekken met psychologen hebben me op verschillende momenten in mijn leven zeker geholpen. Maar toch voelde het soms alsof mijn hoofd en gevoel niet op één lijn zaten.

Stress vanuit een holistische blik: hoe lichaam en geest één geheel vormen
Stress wordt vaak gezien als iets dat zich alleen in je hoofd afspeelt. Maar wist je dat stress net zo goed in je lichaam leeft? En dat wat jij voelt, denkt én doet onlosmakelijk met elkaar verbonden is? Een holistische kijk op stress laat zien dat mentale, emotionele en lichamelijke klachten allemaal uit dezelfde bron kunnen komen.
In deze blog ontdek je hoe stress zich uit op verschillende lagen: mentaal, emotioneel en gedragsmatig. En belangrijker nog: hoe je stress kunt herkennen én op een natuurlijke manier kunt verminderen.
🧠 Mentale stress: als je hoofd overuren draait
Piekeren, geen rust in je hoofd, honderd dingen tegelijk willen doen, maar nergens echt focus op hebben - herkenbaar? Dit zijn vaak de eerste tekenen van een overactief zenuwstelsel. Je lichaam staat constant in de "aan"-stand. Slapen lukt slechter, concentreren is lastig en je vergeet vaker dingen. Misschien merk je ook dat je onrustig bent of snel afgeleid raakt.

Door de doodsangst heen ademen – en thuiskomen bij mezelf!
Er zijn van die momenten waarop je denkt: nu is het klaar. Alsof je systeem zegt: ik trek dit niet meer. Dat moment ken ik. Sterker nog: ik dacht even dat ik doodging, nou ja bijna dan.
Maar wat er werkelijk gebeurde? Het was mijn ego die me wilde beschermen. En toen? Toen begon ik eindelijk écht te ademen en te helen.
Lang heb ik geprobeerd het te begrijpen. Therapie, zoveel gesprekken met psychologen. En natuurlijk gaven ze me inzichten. En eerlijk: ze hebben me geholpen. Verschillende psychologen hebben me op verschillende momenten in mijn leven bijgestaan. Ze gaven me overzicht, grip, woorden. Rationeel kreeg alles langzaam een plek.
Maar terwijl ik met mijn hoofd begreep wat er gebeurd was, voelde mijn lijf nog steeds de spanning.
Alsof mijn systeem ergens bleef hangen. De emoties bleven opgeslagen in mijn lichaam, weet ik nu.
Alsof ik mezelf een verhaal vertelde… maar mijn lichaam het toch niet echt geloofde. En toen kwam de kennismaking met de kracht van de ademhaling.
Van bijtanken naar voeden
Ik weet het nog goed: de eerste dagen van de vakantie bracht ik vaak in bed door of op de overleef modus want ik had FOMO en kon niet echt genieten en ontspannen. Te hyper om een boek te lezen of letterlijk ziek. Grieperig, uitgeput, leeg, moe… Ik dacht altijd dat het kwam door het vliegen, een jetlag, pech met de airco van het hotel misschien. Maar dat was het niet.
Het was mijn lichaam dat eindelijk z’n kans greep. De enige kans die ik het gaf.
Zodra ik losliet, brak ik. En niet omdat ik zwak was, maar omdat ik maandenlang sterk was geweest op wilskracht. Doorgaan, aanpassen, zorgen, regelen. Grenzen? Die waren er vooral voor anderen.
Vakantie was mijn enige echte pauze. De enige ruimte die ik mezelf toestond om bij te tanken. Alsof ik onderweg mijn hele reservoir had leeggereden en pas bij het bordje “hier mag je stoppen” even op adem kwam.
Pas toen mijn lijf er letterlijk de brui aan gaf, begon ik te snappen:
zelfzorg is geen beloning na hard werken. Het is de basis. Het is wat je elke dag nodig hebt om overeind te blijven.

Moe van het “moeten” en jezelf steeds wegcijferen
Jarenlang leefde ik in de doe-stand. Altijd bezig, altijd “aan”. Dat was mijn veilige plek want zolang ik maar bleef doorgaan, hoefde ik niet te voelen. Niet te vertragen. Niet stil te staan bij alles wat eronder lag - het verdriet, de pijn, de vermoeidheid.
Als kind ben ik gaan geloven dat emoties tonen niet veilig was. Mijn verdriet tonen voelde als een zwakte, en ik moest dan ook vooral doorgaan. Dus leerde ik mijn verdriet en pijn inslikken, te schakelen en sterk zijn. En ik werd er goed in, te goed want onder dat laagje van altijd maar doorgaan, zat een diepe behoefte om gewoon even te zijn.
Ik vertelde mezelf dat het later anders zou worden. Als ik maar hard genoeg werkte. Als ik het allemaal maar goed deed. En dus leefde ik niet in het hier en nu, maar ergens in een toekomst die altijd nét buiten bereik lag.

Bewust uit de automatische piloot stappen…
Jarenlang leefde ik op de automatische piloot. In het begin voelde dat best comfortabel. Ik hoefde geen bewuste keuzes te maken; ik deed gewoon wat ik dacht dat ik ‘moest’ doen. Ik was vooral bezig met de mensen om mij heen: kijken wat zij nodig hadden, zorgen dat het goed met hen ging. En ik leefde voor hun erkenning.
Dat had ik al jong geleerd. En ik werd er goed in. Zo goed, dat ik er zelfs een beetje trots op was.
Bij mijn diploma-uitreiking op de middelbare school kreeg ik een steen met daarop de tekst:
"Taking somebody under your wing."
Ik vond dat prachtig. Het voelde passend bij mijn karakter. Zorgzaam. Betrokken. En vooral: niet egoïstisch. Want in mijn hoofd betekende kiezen voor mezelf dat ik anderen tekort zou doen.
Maar ondertussen liep ik leeg. Mijn energie ging vooral naar de ander, en ik vergat mezelf volledig. Dat gevoel sloop er langzaam in, haast ongemerkt. Pas toen mijn batterij écht leeg was, moest ik onder ogen zien hoe ik leefde. En eerlijk worden over de overtuigingen die me klein hielden.
✨ De belangrijkste les?
Zelfzorg begint met vertragen.
Niet als luxe, maar als noodzaak.
In mijn geval betekende dat: stilstaan. Voelen. En opnieuw leren luisteren naar mijn lichaam. En voor mezelf durven kiezen.
Meditatie werd uiteindelijk een belangrijke ingang - al moest ik eerst flink door mijn weerstand en innerlijke onrust heen. Ik had lange tijd het idee dat ik ‘goed ging’ zolang ik maar dóórging. Maar steeds meer besefte ik: geen keuze maken is óók een keuze. En vaak niet de beste.

Moederdag – over verlangen, verlies en verbinding
Moederdag – over verlangen, verlies en verbinding
Er was een tijd dat ik dacht dat ik geen moeder wilde worden. Ik was begin twintig en diep van binnen bang. Bang dat ik niet zou kunnen geven aan het kind, wat ik zelf had gemist. Het leek veiliger om het moederschap dan maar helemaal te vermijden. Toen wist ik nog niet dat daar een diepe angst onder lag. Dus legde ik er een mooi, overtuigend laagje overheen: ik wilde mijn vrijheid behouden, zei ik dan.
Toch veranderde er iets – in stilte, in mij. Een subtiel verlangen begon te groeien. Een zaadje dat werd geplant. Niet omdat ik het “beter” dacht te doen dan mijn moeder, maar wel anders. Ik weet dat mijn ouders alles hebben gedaan wat binnen hun vermogen lag. En ik voelde dat ik het op mijn eigen manier wilde doen.
Toen ik in een relatie zat waarin kinderen geen gedeeld verlangen was, begon ik te voelen hoe diep die wens eigenlijk zat. De relatie hield geen stand, maar mijn kinderwens bleef. Toen ik mijn man ontmoette, vroeg hij op onze eerste date al of ik kinderen wilde. Mijn “ja” kwam zonder twijfel. Hij zag iets in mij, een spirituele kant die ik zelf nog nauwelijks kende. Of waar ik me juist nog tegen probeerde te verzetten. Ik was dat Friese, nuchtere meisje dat hard werkte, veel vrienden had, en vooral bezig was met anderen in plaats van met mezelf.

Thuiskomen is meer dan een fysieke plek; het is een gevoel van innerlijke rust en zelfacceptie
Thuiskomen is meer dan een fysieke plek; het is een gevoel van innerlijke rust en zelfacceptatie.
Als je mijn verhaal op mijn website hebt gelezen, dan weet je dat ik geadopteerd ben. Mijn zoektocht naar een plek waar ik me écht thuis voelde, was lang... Want thuiskomen is geen locatie, het is een gevoel. En dat gevoel is er... of het is er niet.
Als kind voelde ik me niet echt thuis in Nederland. Mijn spiegelbeeld en de blikken van anderen herinnerden me er telkens aan dat ik ‘anders’ was. Ik voldeed niet aan het beeld wat ik had, van de stereotype Nederlander: blond haar en blauwe ogen. In mijn jonge jaren had ik vaak typisch Nederlandse vriendjes, alsof ik, door wie ik naast me had, tóch een beetje kon opgaan in dat beeld. Ik probeerde erbij te horen door me aan te passen: Ik was het brave meisje dat Fries sprak, hard werkte, studeerde en vooral nuchter bleef. Maar diep vanbinnen voelde ik dat ik gevoelig was. Alleen: die kant leek er niet te mogen zijn van mezelf.
Toen ik zo’n twintig jaar geleden voor het eerst in Seoul aankwam, voelde dat in eerste instantie als thuiskomen. Overal mensen die eruitzagen zoals ik. Voor het eerst draaiden mensen zich om naar mijn toenmalige vriendje, niet naar mij. Een verademing! Een warm bad! Was dit dan mijn echte thuis? Maar na verloop van tijd merkte ik: ook hier hoorde ik er niet volledig bij. Ik was een Westerse Koreaan, opgegroeid in Nederland. En dat voelden ze, en ik ook. De Koreaanse cultuur stond op sommige punten ver van mij af. Daar, in Zuid-Korea, voelde ik me ineens verrassend... Nederlands.
Here we go!
Mijn reis naar binnen en het ontstaan van mijn praktijk als holistisch coach
Ik ga het echt doen! Ik ga voor mezelf beginnen als holistisch coach!
Een verlangen, een wens en een droom die ik al zo lang in mij draag. En toch heeft het een tijd geduurd voordat ik deze stap durfde te zetten. Mijn innerlijke criticus had daar een stevige stem in. Die stem wilde me beschermen tegen afwijzing, tegen de pijn van niet goed genoeg zijn. En diep van binnen kende ik die angst al veel langer dan vandaag, want die angst wortelde zich al in mijn vroege jeugd in mij op het moment dat ik werd geadopteerd.
Ergens, in mijn onderbewustzijn, is toen het zaadje geplant: als ik maar lief, leuk en braaf ben, dan word ik niet afgewezen. Dus ik deed mijn uiterste best. Ik paste me aan. Ik werd dat 'dankbare' meisje, zoals me ook vaak werd verteld, dat ik moest zijn. Dankbaar dat ik was geadopteerd. Dankbaar dat ik niet in “Verweggistan” hoefde op te groeien. Ik weet dat mensen dit vanuit goede bedoelingen zeiden. Maar wat ik leerde, was om vooral positief te praten over mijn adoptie. Om te rationaliseren. Niet te voelen. En dat deed ik jarenlang.