Zweven is leven!
Soms ligt er een les verscholen op de meest onverwachte plekken. Niet in een boek, niet tijdens een cursus, maar gewoon - op een zonnige zomerdag, in een ronddraaiend stoeltje hoog boven de grond.
Toen ik afgelopen donderdag met mijn dochter door de stad fietste, zag ik het ineens, daar in de verte, zag ik de vlaggetjes wapperen en hoorde ik vaag het gelach van kinderen en de klanken van muziek. De Parade was er nog! Voor de mensen die in de omgeving van Amsterdam, Den Haag, Rotterdam of Utrecht wonen, is het rondreizend theaterfestival tijdens de zomermaanden: de Parade, een bekend fenomeen!
"Zweven is leven" is een levensmotto dat verbonden is aan de klassieke zweefmolen op het jaarlijkse theaterfestival de Parade.
Een paar jaar geleden stond ik er ook. Niet als moeder, maar als vriendin. Een vriendin die ik kende vanuit het noorden logeerde bij ons met haar vriend, en we gingen naar de Parade. En natuurlijk - als echte kermisliefhebber uit mijn jeugd - móest ik in de zweefmolen. Hoog, nostalgisch, en ergens altijd een tikkeltje magisch.
Toen ik moeder werd, wist ik: ooit neem ik mijn dochter mee en gaan we samen in de zweef! Ooit ga ik haar laten voelen hoe het is om te zweven.
Dat ‘ooit’ werd dit weekend. Mijn dochter is inmiddels twee. Ik vroeg aan haar vrijdag: "Zullen we dit weekend naar de Parade gaan? Daar kunnen we ook poffertjes eten." Haar ogen lichtten op. En mijn man vond het ook prima om te gaan. En zo fietsen we na het middagslaapje van mijn dochter naar de Parade toe. De zweefmolen was niet te missen. Als een soort hart van de Parade draaide hij onvermoeibaar rond, stoeltjes wiegend als vleugels in de wind. Mijn dochter wees ernaar. “Mama, dat wil ik!” En ik lachte, maar voelde ook iets anders: een lichte spanning.
Want wat als ze het eng zou vinden? We kunnen er niet zomaar uit.
We liepen eerst wat rond over het terrein en maakten nog een stop bij een muzikale voorstelling met allerlei kinderliedjes, totdat we in de rij aansloten voor de beloofde portie poffertjes. En ze zei opnieuw: mama, ik wil in de zweefmolen. Ik knielde bij haar neer en keek haar aan en zag een twinkeling in haar ogen. En dus besloot ik in de rij te gaan staan. Toen ik uiteindelijk vooraan bij de kassa stond, vroeg ik: “hallo, is er eigenlijk een minimum leeftijd voor de zweef?” De dame achter de kassa keek me aan, alsof ze begreep dat ik nog steeds een lichte twijfel had, en ze glimlachte naar me en zei: “nee”. Ik glimlachte terug en zei: “oké, doe dan maar 2 kaartjes”. Voordat we aan de beurt waren en de laatste rit voor ons bezig was, vroeg ik nogmaals; “Lieverd, als we straks in de zweef zitten, dan gaat hij best hoog. En als we draaien, kunnen we er niet zomaar uit. Weet je zeker dat je erin wilt?” Ze knikte en zei: “Ja-haaa,” met die typische peuter stem van haar.
Ik geloofde haar. En toch, toen we eenmaal instapten, voelde ik die lichte spanning terugkeren. Ik vroeg aan de man die de stoeltjes ophoog zwiert of hij ons bakje kon overslaan. Hij glimlachte. “Komt goed.” En toen begon het.
Eerst langzaam. Toen hoger. Sneller. Wind door ons haar. De stad onder ons kleiner en kleiner. En ineens hoorde ik het - een lach. Haar lach. Helder. Vrij. Voluit! Toen wist ik: dit was het waard. Ondanks de lichte angst die ik voelde, maakte ik toch een andere keuze.
Vijf minuten later stonden we weer met beide benen op de grond. Haar wangen rood, haar ogen glanzend. “Nog een keer, mama. En dan nog hoger!”.
En dus gingen we nog een keer. Dit keer zonder aarzeling. Ik gaf de kaartjes af en zei tegen de man: “We willen dit keer graag wat hoger zweven.” Hij glimlachte opnieuw, alsof hij precies wist wat dit moment betekende. En daar gingen we weer. We vlogen. En ik hoorde haar nog harder lachen van plezier. “WIEEEHHH!” Alsof de lucht zelf haar speelkameraadje was.
Toen we later richting de uitgang liepen, zei ze zachtjes: “Mama, wij zaten in de zweef.” Ik keek haar aan, met een warm hart. “Ja lieverd, wij zaten in de zweef.”
En ik wist: dit vergeten we nooit meer.
In de avond moest ik denken aan de verbonden adem sessies die ik begeleid. Ook daarin stappen mensen ergens in zonder precies te weten wat er gaat gebeuren. Soms met angst, soms met twijfel. Maar altijd met de uitnodiging tot overgave.
Ademen, zoals zweven, vraagt vertrouwen. Je laat je dragen. Door de stroom, door de lucht, door het moment, door mijn woorden en aanrakingen. En pas als je het controlemechanisme even uitzet - dan gebeurt er iets bijzonders. Dan voel je het: Zweven ís leven.
Dus ik vraag jou: Wanneer koos jij voor vertrouwen in plaats van angst?
Wanneer liet jij je meenemen - en ontdekte iets moois onderweg? ✨